Opgroeien in Twente in de jaren zeventig, het was zorgeloos:
- Iedere dag fietsten we in een lange slinger met zo’n honderd kinderen naar school. Als het regende, hadden we allemaal een knaloranje of knalgeel regenpak aan.
- Af en toe zetten we onze fietsen achter de bushalte om stiekem naar school te liften.
- Zomers reisden we met een tienertoerkaart heel Nederland door, naar Amsterdam, naar het strand, naar familie.
- Op vrijdagmiddag haalden we de nieuwe Veronica Top-40-lijst bij de jeanswinkel, benieuwd wie die week de nummer 1 notering had en wat de alarmschijf werd.
- Uit de Popfoto knipten we Abba-artikelen en -foto’s, om in een plakboek te bewaren. Als je geluk had, kreeg je een Duits muziekmagazine te pakken met nog veel mooiere foto’s.
- In iedere Popfoto een poster die je kon uitklappen om boven je bed te hangen.
- Na Abba werd je fan van Blondie, Donna Summer en Fleetwood Mac.
- Muziek luisterde je op de pick-up of op je radiocassetterecorder.
- De muziekleraar vertelde het mysterieuze verhaal van de dood van Paul McCartney. We bekeken hun lp-hoezen sindsdien met heel andere ogen.
- Tijdens een klassenavond rookten we in de tuin van de klassenleraar ons eerste jointje. Kon gewoon.
- Als we op zaterdagavond uit gingen, dronken we bessen-jus of pisang ambon.
- Om 20.00 uur waren we al in de disco want om 23.15 moesten we met de laatste bus weer naar huis.
- Als we die laatste bus (niet altijd per ongeluk) misten, moesten we met een kwartje naar een telefooncel om onze ouders te bellen om ons op te halen.
- Van een boerenzakdoek maakten we een topje.
- In de bioscoop zwijmelden we bij Grease.